De Hoge Raad, de hoogste rechtsinstantie van het land heeft begin deze maand geoordeeld dat het niet uitmaakt wat er in een overeenkomst wordt vastgelegd, maar dat het gaat om hoe de arbeidsrelatie er in de praktijk uitziet.
Er is al jaren discussie wanneer er nou echt sprake is van een ZZP’er en wat de grens is met de arbeidsovereenkomst. Tot deze uitspraak was de gedachte dat de partij bedoeling een rol speelde. Als er sprake was van een freelance overeenkomst, was dat voor de rechter het uitgangspunt, ook als je als ZZP’er het zelfde werk doet als collega’s met een arbeidscontract. De Hoge Raad heeft daar een streep door gehaald. Dat betekent dat je als je als zelfstandig monteur het zelfde werk doet als collega’s in loondienst, en je hier niet tevreden mee bent, je hier misschien iets aan zou kunnen doen.
Wel moet dan beoordeeld worden of wordt voldaan aan de definitie van een arbeidsovereenkomst. Belangrijk is de vraag of er sprake is van een gezagsverhouding. Als je als ZZP’er zelf je vervanger mag aanwijzen, je geen loon krijgt bij ziekte, je eigen kleding op de bouwplaats mag dragen en je zelf mag bepalen hoe je het afgesproken eindresultaat bereikt, dan zal er niet snel sprake zijn van een gezagsverhouding en dus geen arbeidsovereenkomst. Er zijn nog veel meer voorbeelden te benoemen waarmee wordt gekeken of er al dan niet sprake is van een gezagsverhouding.
Voor bedrijven die ZZP’ers inhuren is het goed om geregeld te laten controleren of de overeenkomst met de ZZP’er nog steeds kan worden bestempeld als een freelanceovereenkomst.
Roelie Conijn, advocaat Arbeidsrecht Van Diepen van der Kroef advocaten in Alkmaar